Israël en de eindtijd

Om de tekenen der tijden te leren kennen hebben we Gods Woord nodig. Voldoende kennis van Bijbelse profetie helpt ons om te zien en te begrijpen in welke tijd we leven en wat gaat komen. In dit artikel behandel ik een aantal tekenen ten aanzien van Israël, die op de eindtijd en Zijn wederkomst wijzen. Tijdens ‘de Dag des Heren’ zullen die volledig in vervulling gaan. De gemeente is dan al opgenomen in de hemel (1 Tess. 1:10 en 4:13-18).

Let op de tekenen
Het is voor alle gelovigen een opdracht om op de tekenen van de tijden te letten. Zo verweet de Here Jezus de Farizeeën en Sadduceeën dat zij dit niet (moedwillig?) opmerkten. Hij zei tegen hen:

“Bij het vallen van de avond, zegt gij: Goed weer, want de lucht ziet rood. En des morgens: Vandaag ruw weer, want de lucht ziet somber rood. Het aanzien van de lucht weet gij te onderscheiden, maar kunt gij het de tekenen der tijden niet?” (Matt. 16:2-3)

We lezen verderop in de Bijbel dat de Here Jezus bedroefd werd toen Hij Jeruzalem zag en weende over haar toekomst. Want zij hadden de tijd niet opgemerkt dat God naar hen omzag (Luc. 19:41-44). Ook voor de gemeente is dit een waarschuwing ten voorbeeld, om altijd waakzaam te blijven (vgl. Openb. 3:2-3). 

De vijgenboom, een type van Israël
Israël wordt in de Bijbel met drie bomen vergeleken, met de wijnstok, de olijfboom en de vijgenboom (zie Jer. 11:16; Joël 1:7 en Luk. 21:29). Vanwege Jezus’ uitspraak in Matteüs 21 denken veel christenen dat Gods plannen met Israël zijn afgedaan. Als je leest wat Jezus in vers 18 en 19 zegt, dan lijkt dit in eerste instantie ook zo te zijn:

“Des morgens vroeg, bij Zijn terugkeer naar de stad, werd Hij hongerig. En daar Hij een vijgenboom aan de weg zag staan, ging Hij erheen, doch Hij vond niets daaraan, dan alleen bladeren. En Hij zeide tot hem: Nooit groeie aan u enige vrucht meer, in eeuwigheid! En terstond verdorde de vijgenboom.” (Matt. 21:18-19)

Verhelderend is om in dit Schriftgedeelte de Griekse grondtekst erbij te pakken. Ik citeer C. van der Haagen (1) en Ds . H. Bultema (2):

1. “Hierbij kan men echter weten, dat het gebruikte woord eeuwigheid een verkeerde vertaling is van het Griekse woord aioon, dat in de grondtekst de betekenis heeft van een bepaald tijdsbestek of bedeling.”

2. “Er staat letterlijk: ‘Niemand ete enige vrucht van u in deze bedeling.’”

Een uit de vorige eeuw bekende profetie-expert, Arno C. Gaebelein, zegt het volgende:

  “De vijgenboom is een bekend type van Israël, dat geen vrucht droeg. Daarom wordt de onvruchtbare boom omgehouwen en in het vuur geworpen, terwijl de wortel blijft bestaan” (Luc. 13:6-9).

Het vervloeken van de vijgenboom door Jezus is een voorzegging van de nationale verwerping van Israël. Want in het jaar 70 n. Chr. werd door de Romeinen, onder leiding van de militaire commandant Titus, Jeruzalem ingenomen en de Joodse tempel verwoest (vgl. Deut. 28). Zo hebben ook Jezus woorden over het herstel van de vijgenboom in Matteüs 24 een profetische betekenis voor Israël: “Leert dan van de vijgenboom deze les.” Let wel, in de rede over de laatste dingen gaat het over Daniëls laatste Jaarweek (Dan. 9:27) en de Grote Verdrukking. Een korte periode van zeven jaar voorafgaand aan Zijn wederkomst.
Dan wordt Israël geestelijk hersteld en zal het tot bekering komen. Dan zullen zij hun Messias zien (Hos. 3:4-5, 5:15; Zach. 13:9 en Matt. 23:39). Dan zal de vijgenboom daadwerkelijk tot leven en bloei komen, namelijk in de volgende bedeling, die van het Messiaanse Rijk (Het Duizendjarig Vrederijk). Het volk Israël zal tijdens Christus’ koningschap veel vrucht dragen en zo tot zegen zijn voor de gehele wereld (Mi. 4:2; Zach. 8:23; Joh. 15:5 en Rom. 11:15).

Let op de vijgenboom
Het is Gods trouw dat het Joodse volk (begonnen bij stamvader Abraham) al ongeveer 40 eeuwen bestaat. Immers, grotere volken en machtige wereldrijken zijn vergaan, maar dit geslacht (het Joodse ras) zal volgens Zijn belofte blijven bestaan (Matt. 24:34). Het is opmerkelijk dat het Joodse volk en ook hun taal (Hebreeuws) niet ophielden te bestaan, terwijl zij voor een periode van wel 1900 jaar over de gehele wereld verstrooid zijn geweest. 

De oprichting van de staat Israël (uitgeroepen door David Ben-Goerion op 14 mei 1948), de herovering van Jeruzalem in 1967 en de terugkeer van miljoenen Joden naar het land Israël, zijn belangrijke profetische gebeurtenissen, die in Gods plan passen. Het is daarom bijzonder dat wij in deze tijd getuigen zijn van de terugkeer van de Joden naar hun land. Dit is echter het begin van de uiteindelijke vervulling bij Christus’ wederkomst. Zo heeft God door de Hebreeuwse profeten beloofd:

“zo zegt de Here HERE: Ik zal u vergaderen uit de volken en u bijeenbrengen uit de landen waarin gij verstrooid zijt, en Ik zal u het land Israël geven;” (Ezech. 11:17)

“Vrees niet, want Ik ben met u; Ik doe uw nakroost van het oosten komen en vergader u van het westen. Ik zeg tot het noorden: Geef, en tot het zuiden: Houd niet terug, breng Mijn zonen van verre en Mijn dochters van het einde der aarde, ieder die naar Mijn Naam genoemd is, en die Ik geschapen heb tot Mijn eer, die Ik geformeerd heb, die Ik ook gemaakt heb. Doet het volk uitgaan, dat blind is, al heeft het ook ogen, en dat doof is, al heeft het ook oren.” (Jes. 43:5-8)

De Bijbel is er duidelijk over dat Israël in de eindtijd (weer) op de wereldkaart zal staan en dat Jeruzalem een struikelblok voor de wereld zal worden (Zach. 12:2-3). Daarna zal het gelovig overblijfsel in Israël hun Messias met grote macht en heerlijkheid zien wederkomen (vers 10 en Matt. 24:30).
Israël is dan ook de belangrijkste graadmeter voor een goed verstaan van de tijd waarin wij leven. Is het niet opmerkelijk dat Jezus in Zijn eindtijdrede heeft gezegd:

“Leert dan van de vijgenboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt en de bladeren doet uitspruiten, weet gij daaraan, dat de zomer nabij is. Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur.” (Matt. 24:32-33)

Tijdens de Grote Verdrukking is voor Israël de zomer nabij. Dan is Jezus’ wederkomst en de oprichting van Zijn Koninkrijk zeer aanstaande:

“Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen;” (Mal. 4:2)

Als we op Israël letten zien we duidelijke voortekenen en voorvervullingen van Zijn wederkomst. Daaruit mogen we concluderen dat we in profetische tijden leven en dat het tijdperk van de gemeente ten einde loopt.
Er zal volgens de Bijbel voor Israël een nationaal herstel zijn. Daarna zal er een geestelijk herstel zijn. Zie hiervoor Ezechiël 36:24-28 en hoofdstuk 37, over het dal met de dorre doodsbeenderen en Israëls herrijzenis. Van een fysiek (nationaal) herstel is al enigszins sprake. Maar uiteindelijk zal Israël, zowel fysiek als geestelijk, volledig hersteld worden in het Messiaanse Rijk (Ezech. 40-48).

Israël: twistappel en oogappel
Na de oprichting van de staat Israël werd het Joodse volk gedwongen om vrede te sluiten met de Palestijnen, in ruil voor land. Wereldleiders denken bijvoorbeeld aan een tweestatenoplossing. En bijna de gehele wereld bemoeit zich hiermee. Maar de Palestijnen willen de staat Israël niet erkennen! Mede hierdoor mislukten er verschillende vredesonderhandelingen.
Overigens, het land is niet van de Palestijnen en ook niet van de Verenigde Naties. Het land is van de Here God, de God van Israël. Hij heeft dit land aan het Joodse volk beloofd. In het Woord lezen we dat God zegt:

“Want het land is van Mij.” (Lev. 25:23)

“Te dien dage sloot de HERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven, van de rivier van Egypte tot de grote rivier, de rivier de Eufraat.” (Gen. 15:18)

Israël is nog steeds Gods oogappel. En Hij wil niet dat het land verdeeld en ingenomen wordt door vreemdelingen (Joël 3:1-2). Zijn toorn zal over die volken komen:

“Want, zo zegt de HERE der heerscharen, wiens heerlijkheid mij gezonden heeft, aangaande de volken die u uitgeplunderd hebben – want wie u aanraakt, raakt Zijn oogappel aan.” (Zach. 2:8)

De Palestijnen (PLO en Hamas), de Arabische naties en Iran (Perzen) hebben diverse oorlogen gevoerd, aanslagen gepleegd en bedreigingen geuit tegen Israël. Het liefst zouden ze Israël van de kaart vegen en het Joodse volk de zee in drijven. Mogelijk spreekt Psalm 83 hiervan, waarin we lezen dat Arabische volken een listige aanslag smeden en zeggen:

 “Komt, laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van Israël niet meer wordt gedacht.” (vers 5)

Het zijn niet de V.N., de Unesco, of de Palestijnen, of welke grote wereldmacht, of politieke leider dan ook, die recht hebben het land en de stad Jeruzalem te verdelen. Immers, het zal uiteindelijk de Messias Zelf zijn Die de grenzen van het land in Zijn wijsheid en naar Zijn belofte bepaalt (Ezech. 47 en 48). Hij is de beloofde Erfgenaam van zowel het land Israël als van de troon van David (Matt. 1:1).
Achter de geestelijke strijd om Israël, Jeruzalem en het Joodse volk zit de overste der wereld. Hij weet dat het heil uit de Joden is, dat is de Here Jezus (Rom. 9:5). Maar Gods beloften falen niet. Hij zal tot Zijn doel komen met Israël, door Christus (vgl. Rom. 11:36 en 2 Kor. 1:20).


In onderstaande artikelen wordt de eindtijd in het kort uitgelegd:

Israël en de eindtijd

Tekenen van de (eind)tijd

De Opname van de Gemeente

De Grote Verdrukking

De Wederkomst van Christus

Het Duizendjarig Vrederijk

De Laatste Opstand en het Laatste Oordeel

De Volmaakte Eeuwigheid