De Opname van de Gemeente

De Opname van de gemeente is niet hetzelfde als Zijn wederkomst. Met de Opname wordt de gemeente naar de hemel gebracht, zonder dat de Here Jezus op aarde neerdaalt. Als de Heer wederkomt zal daarentegen iedereen Hem zien komen met de wolken (Openb. 1:7). Dan zal Israël worden verlost van haar vijanden en zal Hij Zijn voeten op de Olijfberg zetten (Zach. 14:3-4). Het Koninkrijk van God zal dan op aarde gevestigd worden (Dan. 2:34-35 en Zach. 14:9).
Door de Opname wordt de gemeente bewaard vóór de slotfase van de eindtijd, dat is de Grote Verdrukking.

Het huis van de Vader
Als het hemelse Vaderhuis gereed is de gemeente te ontvangen zal de Opname plaatsvinden. De gemeente zal dan voor altijd bij de Heer in het huis van God de Vader zijn. Dan zullen wij Zijn heerlijkheid zien. De Here Jezus zegt het volgende:                                     

“In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen - anders zou Ik het u gezegd hebben - want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij zijn moogt, waar Ik ben.” (Joh. 14:2-3)

“Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt - Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om Mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondlegging der wereld” (Joh. 17:24).

Geen Grote Verdrukking voor de gemeente
Terecht zien veel Bijbelleraren in Openbaring 4:1 de Opname van de gemeente (vgl. 1:19). In de hemel zag Johannes een geopende deur en hoorde een stem als van bazuingeschal met de oproep: “Klim hierheen op.” Vervolgens ziet hij vanuit de hemel wat er na de geschiedenis van de gemeente/kerk op aarde gebeurt (Openb 2 en 3). De apostel Johannes zegt:

“Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet.” (Openb. 4:1)

Openbaring 6 t/m 19 is een periode waarin Gods toorn over de gehele aarde zal komen, namelijk door middel van hongersnoden, natuurrampen, oorlogen en besmettelijke ziekten. In Openbaring wordt deze periode omschreven als de: “De zeven zegels, de zeven bazuinen en de zeven schalen van gramschap.” In Openbaring 3:10 lezen we een prachtige belofte dat de gemeente daarvóór wordt bewaard:

Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen.

Het uur van verzoeking (de Verdrukking) is nog onvervulde profetie. Voor die vreselijke periode is de gemeente niet bestemd. Wij zijn door Jezus’ bloed vrij van het oordeel. Paulus zegt daarover:

“Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn.” (Rom. 5:9)

“en uit de hemelen zijn Zoon te verwachten, Die Hij uit de doden opgewekt heeft, Jezus, Die ons verlost van de komende toorn.” (1 Tess. 1:10)

want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van zaligheid door onze Here Jezus Christus.” (1 Tess. 5:9)

Bewaard voor Gods rampen en toorn
In het Oude Testament vinden we een aantal voorbeelden dat God de gelovigen beschermde voor grote rampen:

  • Doordat Noach rechtvaardig was werd hij en zijn huis bewaard voor de zondvloed. Zij werden op tijd in de ark in veiligheid gebracht (Gen. 6 en 7).
  • Lot woonde in een stad van hoererij, dronkaards en afgoderij. Voordat Sodom en Gomorra met de grond gelijk werden gemaakt, werden Lot en zijn gezin uit de stad in veiligheid gebracht. Zij waren rechtvaardig en werden daarom bewaard voor de ramp (Gen. 19:1-29).
  • In Exodus 12:12-13 lezen we dat de Israëlieten de opdracht kregen om bloed op de deurposten van hun woning aan te brengen. Zij waren daardoor beschermd voor de tiende plaag, die ging aan hen voorbij. De gemeente is gekocht en betaald met Jezus’ bloed en is daarom vrij van het oordeel. Zij zijn gerechtvaardigd door het geloof (Rom. 10:4).
  • Henoch werd weggenomen voordat de zondvloed kwam. Over hem lezen we:

En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen.” (Gen. 5:24; zie ook Hebr. 11:5-6)

In de opname van Henoch zien wij een voorafschaduwing van de Opname van de gemeente, vóór de Grote Verdrukking. Net zoals God Henoch voor de zondvloed wegnam, zal Hij ook de gemeente op tijd in veiligheid brengen voordat Zijn toorn over de gehele aarde zal komen.

Werden deze rechtvaardigen bewaard voor de aanvallen van Satan? Ja, ook dat, maar in de eerste plaats voor Gods toorn! De gelovigen die menen dat de gemeente door de Grote Verdrukking heen moet, maken een grote denkfout. Die zien het verschil niet tussen vervolging en de toorn van God en het Lam (vgl. Openb. 3:10 en 6:17). Deze voorbeelden geven mij hoop en blijdschap dat de gemeente bewaard wordt voor Zijn toorn. Dit door middel van de Opname! Wij hebben een zalige hoop en het is geweldig elkaar daar mee te mogen vertroosten:

“verwachtende de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus." (Ti. 2:13)

“Zo dan, troost elkaar met deze woorden.” (1 Tess. 4:18, HSV)

Meer redenen waarom de gemeente wordt opgenomen
Er zijn echter nog meer belangrijke redenen van de Opname die ik je niet wil onthouden:

1. Paulus geeft in 2 Tess. 2:7 een sterk getuigenis waarom de gemeente uit deze wereld verwijderd moet worden:

“Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is.”

De gemeente is een tempel van de heilige Geest (1 Kor. 3:16 en 6:19). Zolang de gemeente nog op aarde is, waar de Geest van God in woont, kan de antichrist zich niet openbaren.

2. Zowel de gemeente als de Opname waren tijdens de vorige bedelingen verborgenheden (Ef. 3:2-11). De heilsperiode van de gemeente is van Pinksteren tot de Opname. De gemeente is gesteld tot de hemelse zegeningen en zal daarom uiteindelijk in de hemel opgenomen worden. De gelovigen in Christus worden door Paulus hemelburgers genoemd. Hij zegt hierover:

“Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, Die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus.” (Ef. 1:3)

“Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als Verlosser verwachten.” (Fil. 3:20)

3. Israël is Gods aardse volk (Hand. 1:6). Na de Opname van de gemeente kan voor Israël Daniëls laatste Jaarweek beginnen (Dan. 9:27). Dan zal het gelovig overblijfsel uit Israël gelouterd worden, om het Vrederijk binnen te kunnen gaan (Hos. 5:15 en 6:3). Zolang de gemeente nog niet is weggenomen is er een gedeeltelijke verharding over Israël gekomen (Rom. 11:25). De laatste Jaarweek zal (met name de laatste 3½ jaar) voor Israël een tijd van “Grote Verdrukking” zijn, waarin zij tot bekering komen, althans een "overblijfsel". Zij zullen Hem dan zien die zij doorstoken hebben (Zach. 12:10). En dit overblijfsel zal dus het komende Vrederijk binnengaan. En dàn, daarna, zal GANS ISRAEL BEHOUDEN WORDEN (Rom.11:26). Althans het gelovig overblijfsel, als ook hun nakomelingen (Jes. 60:21).

Wat gebeurt er bij de Opname van de gemeente?
In 1 Tessalonicenzen 4:16-17 omschrijft de apostel Paulus de wegneming van de gemeente naar de hemel:

want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen.”

De Opname is een plotselinge verplaatsing door goddelijk ingrijpen. De wolken stellen het hemels transportmiddel voor en in de lucht geeft aan dat we de Heer tussen hemel en aarde zullen ontmoeten. Dit zal plaatsvinden als het bevel van de Heer klinkt, als een aartsengel zijn stem laat horen en de bazuin van God schalt. Dan zal de Heer Zelf uit de hemel neerdalen en zullen de gestorvenen in Christus eerst opstaan. Daarna zullen wij levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggenomen (gegrepen of weggerukt) worden, om de Heer te ontmoeten in de lucht. Voor de gelovigen is de opstanding ten leven zeer troostend. Deze toekomstige gebeurtenis is niet slechts een bedenksel van mensen. Paulus zegt namelijk in vers 15:

 “Want dit zeggen wij u met een woord des Heren”

Het nieuwe hemelse lichaam
De gestorven gelovigen zijn reeds bij de Here in het paradijs. Ze weten dat ze voor eeuwig bij Jezus mogen zijn. Bij het klinken van de laatste bazuin, niet verwarren met de laatste bazuin uit het boek Openbaring, zullen zij die in Christus gestorven zijn een nieuw onsterfelijk hemels lichaam krijgen. En ook wij levenden, die net als zij opgenomen worden, krijgen onsterfelijke hemelse lichamen. Net zoals Jezus na Zijn opstanding ook een hemels lichaam ontving (Luc. 24:39-43 en Joh. 20:24-29). De Opname is de verlossing van ons aardse lichaam! Dan zullen wij aan Hem gelijkvormig wezen (Fil. 3:20). Dan is er geen strijd meer tegen zonden, ziekten en dood. Angst voor deze dingen zal zelfs niet meer in ons opkomen.
Paulus noemt deze toekomstige belofte een geheimenis:

“Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen.” (1 Kor. 15:51-53)

Wees gereed
De dag en het tijdstip van de Opname weet niemand, dan God alleen. Jezus kan elk moment de gemeente opnemen en hier hoeven geen vervullingen aan vooraf te gaan. Gereed zijn voor Zijn komst is een Bijbelse opdracht. Dit hoort vooral zichtbaar te zijn in onze levenswandel. In Romeinen 13 zegt Paulus:

“De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts! Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, niet in brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en losbandigheid, niet in twist en nijd!” (vers 12-13)

Voor degenen die Hem toebehoren en kinderen van het licht zijn, zal Hij niet komen als een dief in nacht. In 1 Tessalonicenzen 5 staat:

“Maar gij, broeders, zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou: want gij zijt allen kinderen des lichts en kinderen des dags. Wij behoren niet aan nacht of duisternis toe; laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn. Want die slapen, slapen des nachts en die zich bedrinken, zijn des nachts dronken, maar laten wij, die de dag toebehoren, nuchter zijn, toegerust met het harnas van geloof en liefde en met de helm van de hoop der zaligheid.” (vers 4-8)

Zorg ervoor, beste lezer, dat die dag je niet overvalt. Ben je gereed, je grote God en Heiland, Christus Jezus, tegemoet te gaan in de lucht? Heb je je al bekeerd van je zonden en Jezus Christus toegelaten in je hart? Alsjeblieft, bekeer je en wandel in het Licht met Jezus, want Hij is de enige weg tot God, onze hemelse Vader. In Johannes 14:6 zegt Jezus van Zichzelf:

“Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.”

Als je nog geen kind van God bent, of je twijfelt eraan dat je behouden bent, lees dan deze PDF 'Wat is jouw keuze?'


In onderstaande artikelen wordt de eindtijd in het kort uitgelegd:

Israël en de eindtijd

Tekenen van de (eind)tijd

De Opname van de Gemeente

De Grote Verdrukking

De Wederkomst van Christus

Het Duizendjarig Vrederijk

De Laatste Opstand en het Laatste Oordeel

De Volmaakte Eeuwigheid