Het ene Bijbelboek is gemakkelijker te lezen dan het andere. Daardoor zijn wij als christenen geneigd om sommige maar links te laten liggen. Zo wordt het boek Openbaring helaas vaak overgeslagen, omdat het ontmoedigend en verwarrend kan zijn door de gedetailleerde beeldspraak. Velen doen daarom dit laatste boek uit Gods Woord af als moeilijk toegankelijk of zelfs onbegrijpelijk. Ten dele is dit terecht, maar toch hoeft dit geen argument te zijn om het dan maar helemaal niet te lezen. Dat zou overigens bijzonder jammer zijn, want daarmee missen we de prachtige schatten die in dit laatste Bijbelboek te vinden zijn. Het doel van Johannes is namelijk niet om de lezers in verwarring te brengen, maar om ze te zegenen (Openbaring 1:3). Bovendien is dit profetische Bijbelboek een boek vol hoop - mits je doorleest tot het einde. Daarnaast is het belangrijk dat je letterlijk neemt wat er staat en er niet direct een vergeestelijkende theorie op loslaat. Dan wordt het moeilijk om te begrijpen wat er écht wordt bedoeld. Alle lijnen uit het Oude en Nieuwe Testament komen samen in Openbaring. In Genesis begint wat in Openbaring wordt voltooid en de, in het boek Daniël nog verzegelde waarheden, worden in Openbaring opengebroken.