Posts tonen met het label Messias en Israël. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Messias en Israël. Alle posts tonen

Jezus koning van Israël - Bijbelse Bron Themadag Urk

In verband met de actuele situatie in Israël is er op 4 november jl. een extra themadag gehouden op Urk. Bijbelse Bron wil graag een Bijbelse duiding geven aan de verschrikkelijke situatie die zich daar afspeelt. In deze video wordt gesproken over Jezus, koning van Israël. Het is goed dat we Gods woord en de geschiedenis kennen om te begrijpen wat er vandaag de dag gebeurt.


Ondanks wat er gebeurt om ons heen - zowel in Israël, de kerk als in de wereld - mogen wij vol verlangen uitzien naar de komst van onze Heiland, de Here Jezus Christus. Hij is onze zalige hoop!

"En de HERE zal Koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de HERE de Enige zijn, en Zijn Naam de enige" (Zach. 14:9).

Waarom Israël belangrijk is

Direct na de zondeval wordt in de Bijbel een belangrijk profetische vooruitblik gegeven waarom Israël belangrijk is voor God en voor de wereld. In Genesis 3:15 lezen we over vijandschap tussen de slang en de vrouw, en over vijandschap tussen het nageslacht van de slang en het Nageslacht van de vrouw.

Israël wordt in de Bijbel vergeleken met een vrouw, waaruit de Messias zal voortkomen (Jes. 9:5). Ook lezen we dat Hij uiteindelijk de kop van de slang zal vermorzelen, en dat geeft meteen aan waarom Israël belangrijk is. Zolang de vijandschap tussen de slang en de vrouw voortduurt, zal Israël geen rust kennen. Dat verandert pas nadat de Messias Zijn voeten op de Olijfberg heeft gezet (Zach. 14:3-5; Op. 19:11-16). En als we goed letten op het profetische Woord in relatie tot Israël en de volken, dan weten we dat dat moment (zeer) nabij is. Immers, vrijwel de gehele wereld heeft bemoeienis met het Joodse volk, het land Israël en de stad Jeruzalem (Zach. 12:2-3).

Waarom heeft God juist dit volk uitgekozen en aan hen bijzondere beloften gedaan. Zeker niet omdat het groot en sterk is, of vanwege hun gehoorzaamheid. Integendeel! Velen leven in ongehoorzaamheid en het is een klein volk, een stipje op de wereldbol. De Heere heeft Israël uitverkoren, omdat uit hen de Messias zou voortkomen. Het Joodse volk zal dan ook altijd blijven bestaan en in de toekomst zelfs rijkelijk gezegend worden (2 Kor. 1:20). Ooit zal het zelfs tot voorbeeld en zegen zijn en als hoofd der naties boven alle volken verheven worden (Jer. 31:7).

De verwachting van de Joodse Messias

De komst van de Messias en Zijn Koninkrijk staan centraal binnen het Jodendom. Deze hoop leefde ook sterk bij Jezus’ discipelen. Want zo’n tweeduizend jaar geleden, vlak voor Zijn hemelvaart, vroegen zij Hem: “Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?” (Handelingen 1:6).

In Jezus’ tijd leefde men in Israël in de verwachting dat de Messias hen zou bevrijden van de Romeinen. Jezus heeft dit toen niet gedaan. Hij werd gekruisigd als een misdadiger. Vervolgens in 70 n. Chr. werd de tempel verwoest en het Joodse volk ging in verstrooiing over de gehele aarde.
De algemene verwachting binnen het Jodendom is, dat de Messias aan de volgende drie kenmerken moet voldoen, namelijk: 1. Hij zal het juk van Israëls vijanden verbreken, 2. de twaalf stammen van Israël herenigen (de Joden wereldwijd terughalen) en 3. de tempel te Jeruzalem herbouwen.

Drie belangrijke types van de Messias
Jezus heeft niet gebracht wat de Messias volgens de Joden moet doen, daarom kunnen zij niet geloven dat Hij hun beloofde Koning-Messias is.
Zo zijn er volgens het Jodendom tenminste drie belangrijke types geweest die op de ware Messias lijken, namelijk Mozes, Jozua en koning David. Maar helaas is de verwachting van de komst van de Messias onder het Joodse volk wereldwijd sterk afgenomen. Ondanks dat, falen Gods beloften niet. Hij blijft getrouw (vgl. 2 Timotheüs 2:13).

Als de Messias in heerlijkheid verschijnt

Toen de Heere Jezus op de berg verheerlijkt werd zagen Petrus, Jakobus en Johannes een profetische vooruitblik van de glorie van de Koning in Zijn Koninkrijk. Even mochten zij Hem zien zoals Hij bij de Vader was, voordat Hij aan de mensen gelijk werd (Filippenzen 2:6-7). 

Op de berg verscheen Hij als Zoon van God en werd de heerlijkheid van de Vader zichtbaar (vgl. Mattheüs 17:1-13). Al dit buitengewone maakt van deze rijke gebeurtenis één van de meest indrukwekkende gedeelten uit de Bijbel. Immers Mozes en Elia verschenen er ook, ter bevestiging dat Hij de beloofde Messias, van Gods toekomstige rijk, is (vgl. Handelingen 1:6).

Zes dagen eerder
Als we uitleg willen geven aan dit Schriftgedeelte is het belangrijk dat we eerst het voorgaande hoofdstuk lezen. Daarin eindigt de Heere Jezus met de volgende woorden: ‘Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden. Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk’ (Mattheüs 16:27-28). 
De vervulling van Jezus’ woorden vond plaats bij Zijn verheerlijking op de berg. Want alle discipelen zijn gestorven. Slechts enigen van hen hebben Hem vóór hun sterven in Zijn koninklijke waardigheid op de berg gezien.

De behoudenis van Israël - De edele olijf en haar saprijke wortel

In Romeinen 9 tot en met hoofdstuk 11 geeft Paulus de gemeente in Rome op een bijzondere wijze onderwijs over Gods toekomstig heilsplan met Israël. Paulus maakt het visueel en gebruikt in zijn uitleg de edele olijfboom met haar natuurlijke takken en saprijke wortel. Ook verwijst hij naar de wilde olijfboom en haar takken. Wat heeft dit ons te zeggen?

In mijn ogen is de wortel van de edele olijf een prachtig beeld van Christus. Die in de Schriften de wortel Davids en de wortel van Isaï wordt genoemd (Openbaring 22:16; Jesaja 11:10). Het Joodse volk duidt op de natuurlijke takken van de olijfboom en kan daarom niet de wortel zijn. Sommigen hoor je wel eens zeggen dat de gelovigen uit de volken (de wilde takken) op Israël zijn geënt. Maar zowel Israël als de volken hebben beide verlossing nodig. Daarom klopt die gedacht mijns inziens niet. Immers, de natuurlijke takken en de wilde takken daartussen geënt, beide hebben deel aan de saprijke wortel. Beide zijn dan ook geheiligd in Christus: ‘Is de wortel heilig, dan ook de takken’ (Romeinen 11:16b).

De geestelijke strijd om Israël en Jeruzalem

Israël is de belangrijkste graadmeter
voor een goed verstaan van de tijd waarin wij leven.
In de hemelse gewesten speelt zich een voortdurend conflict af, tussen het hemelse leger van God en de duivel met zijn trawanten. Wie zich hiervan bewust is ziet wat voor ogen is en komt tot de kern van Israëls probleem.

Door te gaan schatgraven in de profetische Schriften ga je ontdekken dat het Midden-Oostenconflict en de strijd om Jeruzalem in wezen een geestelijke strijd is. De mensen in de wereld zien dat niet en begrijpen daardoor ook niet de essentie van het probleem. Maar Petrus bemoedigt ons met de woorden: ‘En wij achten het profetische woord (daarom) des te vaster, en gij doet wèl, er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats’ (2 Petrus 1:19). In Jezus’ rede over de eindtijd zegt de Here hierover: ‘wie het leest, geve er acht op’ (Matteüs 24:15). Dat vraagt wel iets van ons, dat wij tijd moeten gaan investeren in het lezen en bestuderen van de Bijbelse profetieën.

Sions Koning komt... De beloofde Erfgenaam

Het Mattheüs-evangelie is ten eerste voor het Joodse volk bestemd. Het wordt daarom ook wel ‘het Joodse evangelie’ genoemd. Het is geschreven om aan te tonen dat Jezus Christus de beloofde Koning-Messias van Israël is. Dat blijkt wel, want Mattheüs begint direct met het geslachtsregister van Jezus Christus, waarin Hij de Zoon van David en de Zoon van Abraham wordt genoemd (1:1). Een prachtig getuigenis met een diepe profetische betekenis!

Alleen in het Mattheüs-evangelie komen de uitdrukkingen ‘het Koninkrijk der hemelen’ en ‘het Evangelie van het Koninkrijk’ voor. Uitdrukkingen die we niet zomaar mogen toepassen op de Gemeente. Immers, de Gemeente is het Lichaam van Christus en heeft een andere bestemming dan Israël. Zo is Christus de Koning van de Joden en niet de Koning van de Kerk. Voor de Gemeente is Hij hoofd van het Lichaam en Middelaar tussen God en mensen.
De Gemeente is daarom ook niet het Koninkrijk van God, want dat is aan Israël beloofd (Handelingen 1:6). Het heeft alles te maken met het Messiaanse Rijk, dat ook wel het Duizendjarig Vrederijk wordt genoemd. Dit Rijk breekt niet eerder aan dan dat de Messias is wedergekomen en het overblijfsel van Israël tot bekering is gekomen (Hosea 3:5).
Het Evangelie naar Matteüs kan niet goed worden verstaan als we de Bijbel niet lezen in de heilshistorische ontwikkeling. Neem bijvoorbeeld de Bergrede van Jezus (5:1-7:29). Die kunnen we niet ongenuanceerd toepassen op de Gemeente. Deze is namelijk de grondwet van het toekomstige Koninkrijk op aarde. De principes van de Bergrede zijn prachtig. Maar Christus alleen kon daar volheid aan geven (5:17). Ten tijde van het Duizendjarig Rijk kan dit ook alleen door het gelovige overblijfsel van Israël worden nageleefd, wanneer zij de Heilige Geest hebben ontvangen. En God hen een nieuw hart heeft gegeven: ‘Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar Mijn inzettingen wandelt en naarstig Mijn verordeningen onderhoudt’(Ezechiël 36:27).

Openbaring 12 (een groot teken in de hemel)

Ongetwijfeld is dit één van de moeilijkste hoofdstukken uit Openbaring. De moeilijkheid zit in het hemelteken. Veel gerespecteerde uitleggers grijpen hier terug in de tijd, omdat zij het visioen als boventijdelijk beschouwen (vers 1-5). Anderen houden vast aan de chronologische tijdlijn, door het hemelteken te betrekken op de Grote Verdrukking. Vers 1-6 wordt door hen gezien als de basistekst, waar in vers 7-18 aanvullend commentaar op wordt gegeven.

Belangrijk is dat we begrijpen dat de hoofdstukken 12-14 elkaar enigszins kunnen overlappen.

De ziener bevindt zich hier in het midden van de Laatste Jaarweek. Er is dan nog drieënhalfjaar (een tijd, tijden en een halve tijd) te gaan tot het einde. Belangrijk is dat we opmerken dat vers 19 van Openbaring 11 aansluit op het hemelteken van Openbaring 12: ‘En de tempel Gods, die in de hemel is, ging open en de Ark van Zijn Verbond werd zichtbaar in Zijn tempel…’ Aansluitend hierop zag Johannes een groot teken in de hemel, namelijk een vrouw met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren boven haar hoofd (vers 1). Wat heeft dit te zeggen?