Eindtijd. Dit betekent niet het einde van de wereld. Het is een slotfase van de menselijke heerschappij onder invloed van Gods tegenstander, satan. De Bijbel noemt hem: “De overste van de macht der lucht” en “de overste der wereld.” Door zijn geest oefent de boze zijn macht op aarde uit (Johannes 14:30 en Efeze 2:2).
De slotfase van de eindtijd wordt in de Bijbel aangeduid als de Dag des Heren. We noemen die periode ook wel de Grote Verdrukking, of Daniëls Laatste Jaarweek.
Wanneer is de Eindtijd begonnen?
Sommige profetie-uitleggers betrekken de eindtijd alleen
op die van de Grote Verdrukking (Matheüs 24:21). Anderen menen dat de eindtijd
is begonnen rond 1882, toen de eerste Joden uit de volken terugkeerden naar
Israël. De Bijbel geeft denk ik, genoeg aanwijzingen dat de eindtijd begonnen
is bij Jezus’ eerste komst en dat de slotperiode van de eindtijd vooral de
Grote Verdrukking omvat (Matheüs 24 en Openbaring 6-19). De schrijver van de
Hebreeënbrief zegt namelijk over Jezus’ eerste komst: “Nadat God eertijds vele
malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij
nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon,” (Hebreeën 1:1).
De heilsperiode van de gemeente
De gemeente (het Lichaam van Christus) is begonnen met
Pinksteren, toen de heilige Geest werd uitgestort (1 Korintiërs 12:13 en
Galaten 3:26-28) en eindigt bij de opname van de gemeente. We noemen deze
tijdlijn ook wel de bedeling van genade. Dit is ook de laatste bedeling
voorafgaand aan Christus’ Koninkrijk op aarde.
Een belangrijk kenmerk van de eindtijd is namelijk dat
God Zijn Geest zal uitstorten. Zo citeerde Petrus op de Pinksterdag de volgende
profetie van de profeet Joël: “En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God,
dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters
zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen
dromen dromen: ja, zelfs op mijn dienstknechten en mijn dienstmaagden zal Ik in
die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. En Ik zal wonderen
geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en
rookwalm. De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de
grote en doorluchtige dag des Heren komt. En het zal zijn, dat al wie de naam
des Heren aanroept, behouden zal worden” (Handelingen 2:17-21).