De godheid van Jezus

De godheid van Jezus wordt door velen om allerlei redenen ontkent. Meestal denkt men dat Zijn bestaan slechts begon nadat Hij bij de maagd Maria werd verwekt. Zij zien Hem daarom als een schepsel, in plaats van als de Schepper. De Bijbel leert echter geheel anders, namelijk dat Hij Waarlijk God en Waarlijk Mens is (Johannes 1:1, 14).

Zijn godheid heeft altijd ter discussie gestaan. Het begon al met Zijn optreden in Israël. De Joden wilden Hem toen stenigen om godslastering, want zij zeiden: “omdat Gij, een mens, Uzelf God maakt” (Johannes 10:33).

Jezus is Heer
Jezus is Kurios. In het Grieks betekent dit: Heer. Zo noemde Thomas Hem: “Mijn Here en mijn God” (Johannes 20:28). Als deze aanbidding Hem niet toekwam had Jezus hem dit zeker verboden te zeggen! Wat volgens sommige geestelijke leiders in Israël echt niet kon, zagen zij Stefanus doen. Toen hij gestenigd werd bad hij: “Here Jezus, ontvang mijn geest” (Handelingen 7:59).

De eerste christenen
Dezen werden vervolgd door de keizer. Het ging toen om leven of dood. Beleed men Jezus als Kurios, i.p.v. de keizer dan werd men in de arena voor de wilde dieren gegooid. Dit is ook bij Ignatius gebeurd. Hij stierf tussen 110-117 in Rome de marteldood. Van Ignatius is bekend dat Hij geloofde dat Jezus God is, dat Hij de Vlees geworden God is.
De discussie over de godheid van Jezus Christus bereikte begin vierde eeuw haar hoogtepunt. Arius was toen een populaire spreker. Hij verkondigde dat Christus niet aan God gelijk was. Hij kreeg destijds veel aanhang, waardoor velen Hem slechts als een schepsel gingen zien. Vanwege de sterke opkomst van Arius en zijn vele volgelingen (de Arianen), hebben de kerkleiders in die tijd besloten om voor altijd in een geloofsbelijdenis vast te leggen dat Jezus God is. Dat gebeurde in het concilie van Nicea, in het jaar 325. De leer van de Arianen werd toen officieel als ketterij bestempeld.

De meest vooraanstaande Persoon
Christus wordt in de Bijbel de Eerstgeborene genoemd (Hebreeën 1:6). Dus zeggen sommigen: ‘Hij is niet God, maar een schepsel door God geschapen’. Hij kan daarom volgens hen niet aan God gelijk zijn. Dit zijn slechte argumenten. Onze Heer en Heiland heeft Zichzelf als Mens vernederd. Voor Zijn Menswording was Hij in de gestalte van God. In Filippenzen 2:6 zegt Paulus: “Die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht.”
Inderdaad, Hij is de Eerstgeborene. Hier wordt niet mee bedoeld dat Hij een schepsel is, maar feitelijk dat Hij de allerbelangrijkste is! Hij is de meest vooraanstaande Persoon van het hele universum. Daarom wordt Hij in de Bijbel ook “de Eerste” genoemd, omdat Hij het begin is van alles. Daarom kon Paulus ook belijden:“en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem” (Kolossenzen 1:17).
De meest vooraanstaande Persoon in het Oude Testament is God (Jes. 42:8). Alleen Hem komt aanbidding en eer toe. In het N.T. zien wij dat dit ook Christus toekomt. Immers, de Vader en de Zoon zijn in de Drie-eenheid van God onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom kon de Here Jezus ook zeggen:“Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien” (Johannes 14:9).

Wie de Zoon niet eert
De Vader wordt niet jaloers als wij bijzonder veel aandacht aan de Zoon besteden. We hoeven daar niet bang voor te zijn. Want Jezus Zelf gaf het getuigenis: “Ik en de Vader Zijn één” (Johannes 10:30). Het is bijzonder dat de profeet Jesaja Hem noemt:“Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst” (9:5, HSV). Dit is veelzeggend over wie Hij is.
Wie zich alleen tot God richt slaat de plank volledig mis. Velen in de wereld spreken over God. De vraag is over welke God zij het hebben? En wie de Here Jezus voor hen is? Want een relatie tussen God en mens is alleen mogelijk door Jezus Christus, de Middelaar. We zullen de Zoon moeten eren en erkennen als Heer. In Johannes 5:23 staat: “opdat allen de Zoon eren gelijk zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet, Die Hem gezonden heeft”. En in Fillippenzen 2:11 lezen we: “en alle tong zal belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader!”

Ik Ben
“Ik Ben” is de Naam van God. De “Ik Ben” uitspraken van Jezus Christus laten heel duidelijk zien wie Hij is. Wij weten dat God tot Mozes zei: “Ik Ben, Die Ik Ben” (Exodus 3:14). Zo heeft de Here Jezus van Zichzelf getuigd: “Eer Abraham was, Ben Ik” (Johannes 8:58). Niet was ik, maar Ben ik. Dat wil zeggen dat Hij er altijd al is geweest en zal zijn.
Een goede vriend van mij, een gepensioneerde dominee, heb ik gevraagd om naar de grondtekst te kijken van de “Ik ben” uitspraken van Jezus Christus. Dat is heel interessant. Want in het Grieks betekent ‘ego’ ‘ik’. En ‘eimi’ staat voor ‘ik ben’. Bijzonder is dat er in de grondtekst “ego eimi” staat. Het betekent: dat je de nadruk op ‘ik’ moet leggen. Je zou dus kunnen zeggen dat Jezus zei: “Ik, Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven” (Johannes 14:6). Het gaat erom dat de klemtoon op ‘ik’ moet liggen. Het betekent dus dat er buiten de Here Jezus geen andere is, Die is, wat Hij allemaal is. Alleen Jezus, alleen Hij, kon deze dingen van Zichzelf getuigen, “Ik, Ik Ben”:

  • “Ik ben het Brood des leven” (Johannes 6:35).
  • “Ik ben het Licht der wereld” (Johannes 8:12).
  • “Ik ben de Deur der schapen” (Johannes 10;7)
  • “Ik ben de goede Herder” (Johannes 10:11).
  • “Ik ben de Opstanding en het Leven” (Johannes. 11:25).
  • “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven” (Johannes. 14:6).
  • “Ik ben de ware Wijnstok” (Johannes. 15:1).

God geopenbaard in het vlees
Toen de gerechtsdienaren bij Jezus kwamen om Hem gevangen te nemen vielen zij achterover. Dit gebeurde nadat Hij tot hen zei: “Ik ben het” (Johannes 18:6). Hoe kon dit gebeuren? Wat heeft het te zeggen? Namelijk, dat de Eeuwige en Waarachtige voor hen stond! Hij is Immanuël. De “Ik Ben”, geopenbaard in het vlees. Welke in de Persoon van de Here Jezus onder Zijn volk heeft getabernakeld (Johannes 1:1). Daarom kon Paulus van Hem getuigen: 

  •  “want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk” (Kolossenzen 2:9).
  • “Hij is het Beeld van de onzichtbare God” (Kolossenzen 1:15).
  • “En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht: God is geopenbaard in het vlees” (1 Timoteüs 3:16, HSV).

Gods woord geeft antwoord
Laat het Woord uitleggen Wie Hij is, dan zal niemand meer aan Zijn godheid hoeven twijfelen. Het Woord alleen geeft antwoord op al het menselijk beredeneer, want: “Jezus Christus, Die is de waarachtige God en het eeuwige leven” (1 Johannes 5:20, HSV).