Toen de Heere Jezus op de berg verheerlijkt werd zagen Petrus, Jakobus en Johannes een profetische vooruitblik van de glorie van de Koning in Zijn Koninkrijk. Even mochten zij Hem zien zoals Hij bij de Vader was, voordat Hij aan de mensen gelijk werd (Filippenzen 2:6-7).
Op de berg verscheen Hij als Zoon van God en werd de heerlijkheid van de Vader
zichtbaar (vgl. Mattheüs 17:1-13). Al dit buitengewone maakt van deze rijke
gebeurtenis één van de meest indrukwekkende gedeelten uit de Bijbel. Immers
Mozes en Elia verschenen er ook, ter bevestiging dat Hij de beloofde Messias,
van Gods toekomstige rijk, is (vgl. Handelingen 1:6).
Zes dagen eerder
Als we uitleg willen geven aan dit Schriftgedeelte is het belangrijk dat we
eerst het voorgaande hoofdstuk lezen. Daarin eindigt de Heere Jezus met de
volgende woorden: ‘Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid
van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn
daden. Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood
niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn
Koninkrijk’ (Mattheüs 16:27-28).
De vervulling van Jezus’ woorden vond plaats bij Zijn verheerlijking op de
berg. Want alle discipelen zijn gestorven. Slechts enigen van hen hebben Hem
vóór hun sterven in Zijn koninklijke waardigheid op de berg gezien.