'Zicht voor kids op eindtijd en profetie' - complete serie op de website

Eind vorig jaar is er al eens aandacht besteed op deze website aan de serie 'Zicht voor kids op eindtijd en profetie'. Dat artikel is hier terug te lezen. Inmiddels staat de complete serie online op de website van Het Zoeklicht.
De serie is geschreven door Wendy Born. Wij zijn dankbaar dat Wendy ons als gezin gevraagd heeft op de achtergrond mee te mogen lezen om haar zo te kunnen ondersteunen bij het schrijven.

'Zicht voor kids op eindtijd en profetie' is een webserie bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 11 tot ongeveer 13 jaar. Het is belangrijk om deze jongeren kennis te laten maken met de heerlijke hoop die wij hebben als gelovigen in Gods plan met de wereld.

De serie is heel geschikt voor gezinnen, zondagsscholen en kindernevendiensten. Maar eigenlijk is het ook geschikt voor christenen die nog niet zo bekend zijn met de materie over de eindtijd, het profetische woord en de bedelingen (heilsperioden). In feite is het dus prima geschikt voor alle leeftijden! De bijbehorende tijdlijn die bij elk deel terug te vinden is op de website, maakt het geheel extra overzichtelijk. Bij het afsluitende deel zijn alle tekstverwijzingen toegevoegd zodat er een overzichtelijke tijdlijn is ontstaan van Gods profetische plan met Israël en de gemeente in verleden, heden en toekomst.

In de toekomst zal de hele serie onderdeel worden van een compleet programma voor de genoemde doelgroep. Wil je hiervan op de hoogte blijven, houd dan de website in de gaten of schrijf je in voor de nieuwsbrief die onderaan de homepage van de website van Het Zoeklicht te vinden is.

Wees waakzaam en gereed

Naar de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden. 

De Heere Jezus sprak regelmatig in gelijkenissen, dat deed Hij om geestelijke waarheden duidelijk te maken. Zo wordt de gelijkenis over de tien maagden met een Joodse bruiloft vergeleken (Mattheüs 25:1-13). Extra nadruk ligt hierbij op waakzaamheid en gereedheid van de maagden, bij het wachten op de komst van de bruidegom.

De meeste Bijbeluitleggers zijn het er wel over eens, dat deze gelijkenis betrekking heeft op de wederkomst van Christus. Verschillend wordt er gedacht over wie de tien maagden uitbeelden. Sommigen menen bijvoorbeeld dat wij in de vijf wijze maagden de bruid van Christus moeten zien.

Wie zijn de tien maagden?
Volgens deze zienswijze wordt de helft van de gelovigen (de wijze maagden) bij Jezus’ komst opgenomen (1 Thessalonicenzen 4:13-18). De naamchristenen (de dwaze maagden) blijven achter, omdat zij wereldgelijkvormig zijn. Duidelijk is dat de Bijbel ons aanspoort Zijn komst te verwachten. Bekering van boze werken en leven uit verwachting zijn hierin onlosmakelijk met elkaar verbonden (Titus 2:11-15).
De vraag is echter tot wie de Heere Jezus Zich in de gelijkenis richt. Het gaat mijns inziens niet over de gelovigen, die tot de gemeente behoren. De tien maagden zijn namelijk een beeld van het Joodse volk, aan het einde van de grote verdrukking. Dan is het geestelijk gezien middernacht. Vervolgens komt Christus als Bruidegom terug en zien wij dat alleen de wijze maagden tot het bruiloftsfeest mogen toetreden.

De wet, de feesten van de Heer en de Sabbat

De werkelijkheid is van Christus.

De laatste jaren zien wij ook in ons land dat bij veel oprechte christenen de belangstelling en interesse voor de Wet, de Joodse feesten en de Sabbat is toegenomen. Dat is wel te begrijpen, want ook voor ons als Gemeente kunnen we hier veel van leren, net zoals bij de tabernakel. Zo heeft het Oude Testament tal van geestelijke lessen tot opbouw voor de gelovigen in Christus. Maar we moeten in de periode van genade ook oppassen dat we ons niet allerlei wetten en inzettingen laten opleggen. De Schrift waarschuwt ons tenslotte niet voor niets voor allerlei dwaalleringen in de eindtijd.

In Leviticus 23 lezen we over de feestdagen van de Heer, die waren anders dan die van de andere volken. Deze waren uitsluitend bestemd voor de Israëlieten. In de begin- en slotwoorden van dit Schriftgedeelte staat:

  • ‘De HERE sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: De feesttijden des HEREN, die gij zult uitroepen als heilige samenkomsten, zijn Mijn feesttijden’ (vers 1-2). 
  • 'Zo maakte Mozes de feesttijden des HEREN aan de Israëlieten bekend’ (vers 44).

Al in Paulus’ tijd waarschuwde de apostel voor leraren die Joodse wetten en gebruiken aan gelovigen wilden opleggen. Zo zegt hij tot de gemeente in Galatië: ‘en nu u God kent, ja wat meer is, door God gekend bent, hoe kunt u weer terugkeren naar de zwakke en arme grondbeginselen, die u weer van tevoren af aan wilt dienen? U houdt zich aan dagen, maanden, tijden en jaren. Ik vrees voor u dat ik mij misschien tevergeefs voor u heb ingespannen’ (Galaten 4:9-11).
In het O.T. wijzen de Wet en de feesten vooruit naar Christus. Het gaat nu niet om uiterlijke gebruiken, maar om Jezus alleen: 

"Niet mijn kracht, maar Zijn genade"

Jeep van der Schoot (47) is echtgenoot van Joke en vader van drie kinderen: Anna, Daniël en David. Hij werkt als telecomprofessional en is daarnaast spreker en schrijver voor Het Zoeklicht. Vanuit zijn woonplaats Leeuwarden deelt hij vol overtuiging Bijbelse hoop en waarheid, gedreven door een diep besef van Gods genade en zijn eigen geloofsweg.

“Mijn geloofsleven begon al in mijn kindertijd. Ik groeide op in een christelijk gezin en wist al vroeg: ik geloof in de Here Jezus. Mijn moeder speelde daarin een grote rol; we spraken vaak over het geloof, en zij hielp me Christus echt te leren kennen. Als kind had ik het niet altijd makkelijk. Ik worstelde met mijn zelfvertrouwen en vond school moeilijk, maar juist daardoor groeide mijn afhankelijkheid van Hem.”

Een wending op de weg
“Toen ik negentien was, kreeg ik de vraag: ben ik écht opnieuw geboren? Tijdens de voorbereiding van een jeugddienst raakte ik teleurgesteld door een kwetsende opmerking. Onbegrepen en gekwetst reed ik naar huis, maar in de auto sprak God tot mijn hart via Efeze 2:8-9: “Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme.’ Op dat moment werd het me helder: mijn redding hangt niet af van wat ik voel of presteer. Het is genade. Ja, ik ben opnieuw geboren.”
Vanaf dat moment begon ik die genade echt te ontdekken. Lange tijd probeerde ik een goed christen te zijn — foutloos, zonder zonde, uit eigen kracht — maar dat hield geen stand. Het gaat niet om mijn eigen inspanning, maar om mijn relatie met de Heere Jezus. Niet mijn kracht, maar Gods genade draagt mij.”

Wees moedig en trouw - praktische en profetische overdenkingen over Daniël 1 en 3



Middernachtsroep
Ontmoetingsmiddag 20 september 2025 (14.00 uur)

Op deze samenkomst zingen we samen een paar liederen en luisteren we naar de boodschap uit Gods Woord. U bent van harte uitgenodigd! 

Thema: Wees moedig en trouw – praktische en profetische overdenkingen over Daniël 1 en 3

Locatie: Jan van Zutphenweg 4, 3958 XB Amerongen

Spreker: Jeep van der Schoot

Ontmoeten in september 

De betekenis van de doop - Wat zegt de Bijbel?

 

De doop is door Jezus ingesteld. In Matteüs 28 lezen we: “Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld” (vers 18-20). 

Jezus’ discipelen kregen een belangrijke opdracht van Hem mee, om alle volken tot Zijn discipelen te maken. Een discipel is een volgeling van de Here Jezus. 
De doopformule wordt hier duidelijk door Jezus Zelf uitgesproken: “en doopt hen in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.” Deze Drie zijn ÉÉN! Er staat dat wij dopen “in de Naam” (niet Namen), dit is een sterk bewijs van de Goddelijke Drie-eenheid.

Wanneer mag er gedoopt worden?
De Bijbel geeft ons een belangrijke voorwaarde voor de doop. Wie tot geloof is gekomen mag zich laten dopen! De doop van de kamerling uit Ethiopië is een duidelijk voorbeeld. In Handelingen 8 staat: “En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? En hij (Filippus) zeide: indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem” (Hand. 8:36-38).

Voor degenen die nadenken over de doop. De dopeling geeft door de doop een sterk getuigenis af naar de buitenwereld, dat hij (of zij) bij de Here Jezus wil horen (vgl. Handelingen 3:41). En bij die overgave hoort de doop. Het Griekse woord voor "dopen" is baptízo. Dit betekent "dompelen” of “onderdompelen”.

Daniël - Gods weg met Israël en de volken - Nu te downloaden!

Het boek is hier te downloaden.
In februari 2010 kwamen Dick Stichter en ik met elkaar in contact, door middel van mijn website: dekoningkomt.nl
Al snel kwam Dick met het idee om samen een studieboek te gaan schrijven over Daniël. We hebben ons best gedaan om met een toegankelijke verklaring te komen. Het is een geïllustreerde verklaring geworden, met duidelijke tijdlijnen (een uitgave van Het Zoeklicht, september 2012). 

Het boek Daniël geeft ons inzicht over Gods weg met Israël en de volken. Daarin is Christus het Middelpunt in al Gods plannen. Alhoewel aan de profeet Daniël veel werd verklaard, lag er nog wel een bedekking op de profetie, waardoor ook nog veel dingen voor hem verborgen bleven. Zo werd tegen Daniël gezegd: “Maar gij, Daniël, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen” (12:4). 
Voor de gemeente van Christus (vooral in deze tijd) is dit geheel anders (Openb. 22:16). De Here bemoedigt ons en dringt er op aan om de profetieën te onderzoeken en die te bewaren in ons hart (1 Tess. 5:20 en Openb. 1:3). In tegenstelling tot Daniël werd tegen Johannes gezegd (90-96 n. Chr.): “En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet, want de tijd is nabij” (Openb. 22:10). 

We leven in de laatste dagen, want Christus’ komst is aanstaande. Daarom is het zo belangrijk om over de toekomstige dingen te leren. Wie dat doen worden aangespoord om een heilig leven te leiden en Hem oprecht te verwachten. 
Volgens ons is het duidelijk dat we in profetische tijden leven (vgl. Matt. 24). En dat de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is (Rom. 8:22). Moeten we daar bang van worden? Nee, maar vooral ook niet onverschillig over doen (1 Tess. 5:4-6). Immers, wij hebben een zalige hoop! Wij verwachten de opname van de gemeente (1 Tess. 1:10 en 1 Tess. 4:16-17). Wat een heerlijke troost (1 Tess. 4:18).

De wapenrusting van God (6) - slot

Verwaarloos de profetieën niet!

Het profetische Woord van God omvat ongeveer een derde deel van de Bijbel. En is wat omvang betreft ongeveer zo dik als het Nieuwe Testament. Zo staan in het Oude Testament wel meer dan 300 profetieën over de Messias. En in het Nieuwe Testament meer dan 300 verwijzingen naar Zijn wederkomst. Maar helaas besteden veel christenen vrijwel geen tijd aan het onderzoeken van de Bijbelse profetieën, met alle gevolgen van dien.

De Schrift spoort iedere gelovige aan het profetische Woord te onderzoeken. God belooft hen zelfs dat zij er enorm door gezegend worden. Zo staat er in Openbaring: ‘Zalig (intens gelukkig) is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij’ (1:3; vgl. 22:10).
Hieruit blijkt dat je er zeer goed aan doet om de profetieën in het Woord te lezen en te overdenken.

Waarom Israël belangrijk is

Direct na de zondeval wordt in de Bijbel een belangrijk profetische vooruitblik gegeven waarom Israël belangrijk is voor God en voor de wereld. In Genesis 3:15 lezen we over vijandschap tussen de slang en de vrouw, en over vijandschap tussen het nageslacht van de slang en het Nageslacht van de vrouw.

Israël wordt in de Bijbel vergeleken met een vrouw, waaruit de Messias zal voortkomen (Jes. 9:5). Ook lezen we dat Hij uiteindelijk de kop van de slang zal vermorzelen, en dat geeft meteen aan waarom Israël belangrijk is. Zolang de vijandschap tussen de slang en de vrouw voortduurt, zal Israël geen rust kennen. Dat verandert pas nadat de Messias Zijn voeten op de Olijfberg heeft gezet (Zach. 14:3-5; Op. 19:11-16). En als we goed letten op het profetische Woord in relatie tot Israël en de volken, dan weten we dat dat moment (zeer) nabij is. Immers, vrijwel de gehele wereld heeft bemoeienis met het Joodse volk, het land Israël en de stad Jeruzalem (Zach. 12:2-3).

Waarom heeft God juist dit volk uitgekozen en aan hen bijzondere beloften gedaan. Zeker niet omdat het groot en sterk is, of vanwege hun gehoorzaamheid. Integendeel! Velen leven in ongehoorzaamheid en het is een klein volk, een stipje op de wereldbol. De Heere heeft Israël uitverkoren, omdat uit hen de Messias zou voortkomen. Het Joodse volk zal dan ook altijd blijven bestaan en in de toekomst zelfs rijkelijk gezegend worden (2 Kor. 1:20). Ooit zal het zelfs tot voorbeeld en zegen zijn en als hoofd der naties boven alle volken verheven worden (Jer. 31:7).

De wapenrusting van God (5)

Geef de duivel geen voet.

Hoe we elk onderdeel van de wapenrusting zo effectief mogelijk kunnen toepassen is een belangrijke vraag. Niet minder belangrijk is: “Wat zijn de gevolgen als je de geestelijke wapenrusting niet gebruikt?” Met andere woorden: “Wat betekent het voor een christen als je de duivel wel voet geeft?”

De boze buiten de deur van je hart houden begint met een belangrijk Bijbels principe. De apostel Paulus zegt hierover in Efeze 4: ‘Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, en geef de duivel geen plaats’ (vers 26-27).
Als iets onrechtvaardigs je ten diepste raakt, hoeft boosheid niet (direct) zondig te zijn. Maar als je boosheid te lang duurt kan je hart erdoor verduisterd worden. De Bijbel waarschuwt ons hiervoor.

Geef de boze geen ruimte
Wie de duivel ruimte geeft over zijn boosheid zal vroeg of laat naar anderen verbitterd worden. Wraakgevoelens en wrok kunnen je leven gaan beheersen. Dit komt voort uit het zondige vlees. Die koestert verontwaardiging en zelfmedelijden. Wie hieraan toegeeft zal zijn vreugde in Christus verliezen. De uitwerking hiervan in het Lichaam (de gemeente van Christus) is vernietigend. Daarom waarschuwt de Bijbel de gelovigen: ‘geeft de duivel geen voet’ (NBG). En zoals in Jakobus 4 staat: ‘Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten’ (vers 7).

Hoe kan een liefdevolle God mensen naar de hel sturen?

Voor sommigen is het onmogelijk en voor anderen is er zelfs twijfel over het bestaan ervan. Meestal komt die twijfel omdat zij het onbegrijpelijk vinden dat juist een God van liefde en genade mensen naar de hel kan sturen.

Het is opmerkelijk dat de Here Jezus meer dan wie ook sprak over de hel. Volgens Hem is het een vreselijke locatie van tandengeknars en geween, waar de verlorenen gepijnigd worden in onuitblusbaar vuur. Dit zou Jezus nooit gezegd hebben als de hel niet zou bestaan.
Ongetwijfeld is dit het meest ernstige en angstaanjagende vers in de Bijbel: ‘En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs’ (Openbaring 20:15). Vanwege dit vers heeft menig oprecht christen zich wel eens zorgen gemaakt over zijn oude zondige Adamsnatuur. Er kunnen dan vragen komen als: “Is Christus’ offer wel voldoende voor mijn zonden?”

De wapenrusting van God (4)

De Heere is mijn Helper.

Het Woord van God is het zwaard van de Geest, dit is het enige offensieve wapen van de christen. Gods Woord is uniek! Het is ongehoord krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard (Hebreeën 4:12). Ondanks dit fantastische zwaard zijn al de onderdelen van de wapenrusting nodig. En daarbij is het gebed (in de Geest) een krachtig en noodzakelijk hulpmiddel om weerstand te bieden en stand te houden in de strijd.

Bijzonder is dat Christus zowel het gesproken Woord, als het vlees geworden Woord van God is (Johannes 1:14 en Hebreeën 11:3). Zo is de Bijbel het geschreven Woord van God. Immers, in 2 Timotheüs 3 zegt Paulus: ‘Heel de Schrift is door God ingegeven’ (vers 16). In wezen is ‘heel’ de Schrift van Christus, want in Kolossenzen 3 staat: ‘Laat het Woord van Christus in rijke mate in u wonen’ (vers 16).