Veel christenen zien het verschil niet tussen de opname van de gemeente en de wederkomst van Christus. Volgens hen zal onze vereniging met Hem bij Zijn wederkomst plaatsvinden. Daarbij wordt ook verschillend gedacht of wij Hem wel of niet letterlijk tegemoet zullen gaan in de lucht.
Het is algemeen bekend dat wij bij Het Zoeklicht de opname en de wederkomst wel van elkaar onderscheiden, omdat wij onderscheid zien tussen Gods plan met Israël en de gemeente.
De verschillen in het kort
De opname gaat over Christus komst voor
Zijn gemeente. Dan worden Christus (het Hoofd) en de gemeente (het Lichaam van Christus)
met elkaar verenigd, namelijk op de wolken in de lucht. Dit zal vóór de Grote
Verdrukking plaatsvinden (Openbaring 3:10). Want wij verwachten Hem als Verlosser (Filippenzen
3:20-21) en Zijn niet bestemd tot oordeel (1 Thessalonicenzen 1:10 en 5:9).
Bij Christus wederkomst komt Hij
terug op aarde, met een ijzeren staf, als Rechter en Koning (Openbaring 19:11-16). Dan
zal elke oog Hem zien wederkomen en zet Hij zijn voeten op de Olijfberg (Zacharia
14:4 en Openbaring 1:7). Alle heerlijke beloften voor Israël, over het Messiaanse rijk
en de Koning-Messias, zullen dan ook daadwerkelijk in vervulling gaan (vgl.
Handelingen 1:6 en Jeremia. 32:42). Zie je hoe duidelijk de verschillen zijn?
In de dit artikel bespreken wij eerst de opname en daarna kort de wederkomst, echter met oog op Gods plan met de gemeente.
Het hemelse
Vaderhuis
De Heere Jezus heeft een groot verlangen en een sterke wil, dat de
gelovigen de eeuwigheid bij Hem doorbrengen: “Vader, hetgeen Gij Mij gegeven
hebt - Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om Mijn heerlijkheid te
aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad vóór de
grondlegging der wereld” (Johannes
17:24). Maar Hij heeft ook ons, vóór de grondlegging der wereld, liefgehad (Efeze
1:4-6). Dit gebed van onze Hogepriester mogen wij daarom (ook) betrekken op
onze vereniging met Hem. Wanneer Hij alle opnieuw geboren christenen zal
wegvoeren naar het Vaderhuis. Daar zien wij Zijn majesteit! In Johannes 14 zegt
de Heere Jezus het volgende: “In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen -
anders zou Ik het u gezegd hebben - want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en
wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij zijn moogt,
waar Ik ben” (Johannes 14:2-3).
Een nieuw hemels lichaam
Paulus noemt onze vereniging met Hem een geheimenis. Immers, de
Hebreeuwse profeten in het Oude testament hadden geen zicht op Gods plan met de
gemeente, dus konden zij ook niet over de opname van de gemeente geweten hebben
(vgl. Efeze 3:2-12). Paulus, de apostel en leraar van de gelovigen uit de volken,
zegt hierover: “Zie, ik deel u een
geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij
veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de
bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij
zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen
en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen” (1 Korinthe 15:51-53).
De opname is de verlossing van ons
aardse lichaam! In een punt des tijds worden wij veranderd, in een
verheerlijkt lichaam, aan Hem gelijk. Er zal dan geen strijd meer zijn tegen
zonde, ziekte en dood. Angst voor deze dingen zal zelfs niet meer in ons
opkomen!
Overigens, de laatste bazuin moeten wij
niet verwarren met de laatste bazuin uit Openbaring. Bij de Opname klinkt er
een heilsbazuin en in Openbaring bazuinen van oordeel.
Onze
vereniging met Hem
Bijbelgetrouwen geloven dat Jezus
werkelijk op het water heeft gelopen, dat Zijn graf leeg was en de discipelen ooggetuigen
waren van Zijn hemelvaart. Laat zo ook over het volgende Schriftgedeelte van
Paulus geen twijfel bestaan: “want de Heere zelf zal op een teken, bij het
roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van
de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan;
daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in
een oogwenk weggevoerd worden, de Heere
tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen” (1
Thessalonicenzen 4:16-17).
Over deze woorden mogen wij niet twisten, want dat wil de boze
maar al te graag (vgl. 2 Timotheüs 2:23). Nee, Paulus heeft dit geheimenis niet
zelf bedacht, maar deze zalige hoop van de Here zelf ontvangen. Daarom zegt hij
in vers 15: “Want dit zeggen wij u met een woord des Heeren”. En in vers 18: “Zo dan, troost elkaar met deze woorden”.
Zo is de opname dus een plotselinge
verplaatsing door Goddelijk ingrijpen. De wolken stellen het hemels
transportmiddel voor en in de lucht geeft aan dat we de Heer tussen
hemel en aarde zullen ontmoeten. Dan zal de Heer Zelf uit de hemel neerdalen en
zullen de gestorvenen in Christus eerst opstaan. Daarna gaan wij levenden, die
achterbleven, samen met hen op de wolken (in een oogwenk) de Heer tegemoet in
de lucht.
De weerhouder moet eerst verwijderd
worden
De Bijbel geeft diverse voorbeelden waaruit wij mogen concluderen dat
de opname aan Christus wederkomst voorafgaat. Zo lezen we bijvoorbeeld in 2 Thessalonicenzen
2 dat de mens der wetteloosheid (de antichrist) zich niet eerder kan openbaren zolang
de weerhouder nog niet verwijderd is (vers 7-8). De Heilige Geest en de gemeente
zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom kan Daniëls laatste jaarweek en
de heerschappij van het beest (de antichrist) pas aanbreken (Daniël 9:27), nadat
alle wedergeboren christenen zijn thuisgehaald in de hemel.
De wederkomst van Christus in
heerlijkheid
Als Christus op aarde wederkomt zal Hij niet alleen in
heerlijkheid verschijnen. Hij komt namelijk terug met de hemelse heiligen (vgl.
Openbaring 19:14). Dit is ook een sterk bewijs dat de opname niet gelijktijdig
plaatsvindt bij de wederkomst. Bijzonder is dat wij (de gemeente) ook met Hem
in heerlijkheid zullen verschijnen: “Wanneer Christus verschijnt, Die ons
leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid” (Kolossenzen 3:4).
Zijn theocratie zal werkelijkheid worden, zowel in de hemel als op de aarde. De
ganse schepping verlangt vurig naar de verlossing uit de vloek, door Adams val.
Daarom zegt Paulus: “Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op
het openbaar worden der zonen Gods” (Romeinen 8:19). Dan zal eindelijk dit
gebed in vervulling gaan waar al zo lang voor wordt gebeden: “Uw Koninkrijk
kome; Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde” (Mattheüs 6:10).
Wees gereed
Zover is het nu nog niet. Maar de tekenen ten aanzien van Israël
en de volken doen ons zien dat Zijn wederkomst aanstaande is (vgl. Lukas
21:29-31). Zo begrijpen wij dat de hoop op de opname nog dichterbij is.
De opname kan elk moment gebeuren. Er hoeft hiervoor geen enkele
profetie nog vervuld te worden. Gereed zijn voor Zijn komst is daarom een
Bijbelse opdracht. Paulus zegt in Titus 2: “Verwachtende de zalige hoop en
de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus,
Die Zich voor ons heeft gegeven om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid,
en voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken” (vers 13-14). Leef jij ook in die verwachting?
Het Zoeklicht nr 1-2023