Afgelopen anderhalf jaar (september 2014 t/m maart 2016) heb ik de lezers van Het Zoeklicht in vogelvlucht mogen meenemen door het Bijbelboek Openbaring. Een profetisch boek waar je nooit over uitgelezen en uitgeleerd raakt, want Openbaring blijft boeiend en vernieuwend. Ook in praktische zin hebben we veel aan het profetische Woord (vgl. Openbaring 2 en 3). Dit blijkt onder andere wel uit Romeinen 13:11-14, waarin Paulus zegt dat de nacht ver gevorderd is en we de Here Jezus Christus aan moeten doen.
In Romeinen 13 staat: ‘Gij verstaat immers de tijd wel,
dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ontwaken. Want het heil is
ons nu meer nabij, dan toen wij tot het geloof kwamen. De nacht is ver
gevorderd, de dag is nabij’ (vers 11-12a).
Paulus leefde in de verwachting dat zijn generatie
Christus’ komst zou meemaken. Ook wij behoren uit die verwachting te leven.
Daar moeten we natuurlijk wel nuchter onder blijven. Helaas is het voorgekomen
dat sommigen gestopt zijn met werken, hun huis verkochten en geen plannen meer
maakten voor de toekomst. Anderen sloten zich volledig af voor de buitenwereld.
Zij leefden vanuit de verwachting dat de Here Jezus op een specifieke datum zou
terugkeren, met alle gevolgen van dien. Natuurlijk kwamen hun zogenaamde profeten
dan met een verklaring, of zelfs weer met een nieuwe datum.
Blijf nuchter en helder van geest
Ook in Paulus’ tijd, in de gemeente van Thessaloniki, waren er gelovigen die niet meer wilden werken. Het enige wat zij deden was wachten. Hierdoor waren zij tot last voor de gemeente, want zij verspilden hun tijd en vielen in zonde (2 Tessalonicenzen 3:6-15). Zo waren er ook die dachten dat ze al in de periode van de Grote Verdrukking (de Dag des Heren) leefden. Ook nu zeggen sommigen dat. Maar het Woord leert geheel anders. Het is nog steeds genadetijd! De periode van Gods toorn is nog niet aangebroken (1 Tessalonicenzen 1:10; 2 Tessalonicenzen 2:7). Laat je daarom niet beïnvloeden door allerlei leringen (en gespeculeer en sensatienieuws), maar blijf nuchter en helder van geest (1 Petrus 4:7).
Pas op voor mensen die met datums komen en zich beroepen op openbaringen, want het is niet aan ons om de dag en het uur te weten. Daarom weten we natuurlijk ook niet de maand en het jaar (vgl. Matteüs 24:36; Handelingen 1:7; Openbaring 9:15). Wat wel Bijbels is, is dat we leven vanuit verwachting. Door een heilige levenswandel, het profetische Woord te onderzoeken en te letten op de tekenen van de tijd (Matteüs 24:33).
Ook moeten we voorzichtig blijven als het gaat om vervullingen van profetieën. Veelal spreken we nog van tekenen en voorvervullingen. Pas na de Opname van de Gemeente zullen de eindtijd-profetieën spoedig en volledig in vervulling gaan (Matteüs 24; Openbaring 6-19).
Begreep Paulus het wel goed?
Paulus heeft toch gezegd: ‘De nacht is ver gevorderd, de
dag is nabij.’ We zouden ons kunnen afvragen of Paulus het wel goed begreep.
Daar hoeven we niet aan te twijfelen. Kennelijk wil God dat de gelovigen van
alle generaties zouden leven vanuit verwachting. Als het voor Paulus al
dichtbij was, dan voor ons nu nog meer! Is het niet beter om het zo te zien:
dat des te langer het duurt ook Gods genade langer duurt. Er staat immers
geschreven, dat God wil: ‘dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der
waarheid komen’ (1 Timoteüs 2:4). Zien wij hierin niet iets van Gods liefde en
geduld met de mensheid, dat Hij al zo lang wacht met het oordeel? Is het niet
verschrikkelijk om onder Zijn toorn en oordeel te komen? (vgl. Openbaring
6:12-17). De Hebreeënschrijver zegt daarover: ‘Vreselijk is het, te vallen in
de handen van de levende God!’ (10:31). Als dat zo is, dan mogen we God zeer
dankbaar zijn, dat wij al ongeveer 2000 jaar een Middelaar hebben tussen God en
mensen.
Ondanks dat we menselijk gezien al zo lang wachten, klopt
het profetische Woord van God. Zie maar wat Petrus daarover zegt in zijn tweede
brief, in hoofdstuk 3: ‘Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag
bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Here talmt niet
met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig
jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot
bekering komen’ (vers 8-9). God heeft de tijd in Zijn hand en voor Hem is één
dag als duizend jaar. Hij treuzelt niet. Want dit is Zijn hartsverlangen, dat
allen tot bekering komen. Daarom wacht Hij met het vervullen.
Doe de Here Jezus Christus aan
Verder lezen in Romeinen 13: ‘Laten wij dan de werken der
duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts! Laten wij, als bij lichte
dag, eerbaar wandelen, niet in brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en
losbandigheid, niet in twist en nijd! Maar doet de Here Jezus Christus aan en
wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt’ (vers 12b-14).
Als we leven vanuit verwachting, dan zou dat niet alleen
uit onze kennis moeten blijken, maar ook uit onze levenswandel. Want God zegt
zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament: ‘Weest heilig’ (Leviticus
11:44-45; 1 Petrus 1:16). Dat vraagt om een zuivere levenswandel. Een
levenswandel waarin we het oude leven afleggen en de nieuwe mens (die naar de
wil van God geschapen is) aandoen (Efeziërs 4:20-24). Daarom zegt Paulus dat we
moeten stoppen met allerlei uitspattingen, waarbij eten, drank en seks centraal
staan. Ons leven behoort door Christus’ Geest geleid te worden en daarbij mag
ook geen sprake zijn van (blijvende) ruzie, of jaloezie. En in plaats van
wereldgelijkvormigheid, hebben wij onze vreugde in Christus en in de rijkdom
van Zijn Woord gevonden.
Zijn wij onvolwassen in ons geloof, dan zal er ook nog
wereldgelijkvormigheid zijn. Na je bekering en wedergeboorte zul je tot de
pijnlijke ontdekking zijn gekomen dat er nog steeds slechte dingen in je leven
waren. Slechte gewoontes waar je je nog van moest bekeren. Dit lukt alleen door
Jezus Christus aan te doen. Door Hem centraal te stellen in je geloofsleven.
Door niet meer voor jezelf, maar alleen nog voor Hem te leven. Zoiets kun je
niet uit eigen kracht en wil. Dan kan het weleens gebeuren, dat je op je knieën
valt en in tranen uitbarst. Want die weg van strijd is een weg van heiliging en
gaat vaak met vallen en opstaan.
Een heilig en volmaakt leven hoort wel bij een christen,
maar God weet dat niemand dat in eigen kracht kan volbrengen. Daarom staat er:
‘Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als
iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus,
de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor
de onze, maar ook voor die der gehele wereld’ (1 Johannes 2:1-2).
Een leven vol van Zijn Geest
Leven uit verwachting betekent daarom dus ook, dat we ons
oude leven afleggen en de nieuwe mens (het leven van Jezus) aandoen. Door te
gaan leven in die hoop en verwachting, dat God het in ons en door ons zal
bewerken (Filippenzen 2:13). Dan zal er een leven komen dat vol is van Zijn
Geest en ons in alle oprechtheid doet uitzien naar Zijn komst!
Het Zoeklicht nr. 6-2016