Wanneer mag er gedoopt worden?
De Bijbel geeft ons een belangrijke voorwaarde voor de
doop. Wie tot geloof is gekomen mag zich laten dopen! De doop van de kamerling
uit Ethiopië is een duidelijk voorbeeld. In Handelingen 8 staat: “En terwijl
zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar
is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? En hij (Filippus) zeide: indien
gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik
geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden
en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij
doopte hem” (Hand. 8:36-38).
Voor degenen die nadenken over de doop. De dopeling geeft door de doop een sterk getuigenis af naar de buitenwereld, dat hij (of zij) bij de Here Jezus wil horen (vgl. Handelingen 3:41). En bij die overgave hoort de doop. Het Griekse woord voor "dopen" is baptízo. Dit betekent "dompelen” of “onderdompelen”.