De Tweede Kamerverkiezingen liggen alweer even achter ons en de onderhandelingen voor een nieuw kabinet zijn nog in volle gang. Voor de een is het een zegen dat de Partij voor de Vrijheid (PVV) de grote winnaar is, maar voor de ander geeft dit een gevoel van onrust en onvrede. Nu de verkiezingen geweest zijn, leeft de vraag steeds meer: ‘moet je als christen de overheid gehoorzamen?’.
De laatste jaren zien we steeds meer dat de politieke
koers in Europa naar rechts gaat. Dat zien we onder andere in landen als
Italië, Griekenland en Polen. Zelfs in Zweden, een land dat stabiel ‘links’
was, hebben de radicaal-rechtse Zweden Democraten eind 2022 voor het eerst
mogen meeschrijven aan het regeerakkoord.
In dit artikel wil ik die politieke verschuiving niet
verklaren, maar wil ik stilstaan bij de tweedeling die ontstaat en dan met name
bij christenen.
Gezag ligt onder druk
Veel christenen in Nederland vragen zich allereerst af of
zij de overheid van ons land wel dienen te gehoorzamen. Wat zegt de Bijbel
hierover? Wat betekent dit vervolgens voor de gelovigen in hun levenswandel?
Dit zijn oprechte vragen. Daarbij wil de Heere God ons door Zijn Woord en Geest
te hulp komen. En in gebed mogen wij Hem om wijsheid vragen.
Het gezag van de overheid ligt in Nederland zwaar onder
druk. Ook onder de gelovigen is het thema ‘de overheid’ een heet hangijzer
geworden. Dit heeft de afgelopen paar jaar zelfs geleid tot scheuringen in
gemeentes en tot gemeenteverlating.
De onvrede is wel begrijpelijk. Denk bijvoorbeeld aan de
toeslagenaffaire, de klimaatdoelstellingen voor 2030, de problemen door
gaswinning in Groningen en het asielbeleid.
Helaas moeten wij constateren dat het centrale bestuur
van ons land de Bijbelse waarden en normen steeds meer loslaat. Denk
bijvoorbeeld aan de abortuswetgeving en de seksuele revolutie. Dit roept bij
christenen vragen op of zij nog wel de wetgeving van Nederland moeten
gehoorzamen.
Als vreemdelingen op aarde
Bijzonder is dat christenen niet meer van deze wereld zijn. Zij worden in de Bijbel bijwoners en vreemdelingen genoemd (1 Petrus 2:11-12). Want zij zijn gekocht en betaald met het bloed van Jezus (1 Petrus 1:18-19). Die Christus toebehoren hebben reeds een andere positie verkregen: ‘Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde, in Wie wij de verlossing hebben (door Zijn bloed), de vergeving der zonden’ (Kolossenzen 1:13-14). Allen in Hem hebben een heerlijk vooruitzicht. Paulus zegt: ‘Want wíj zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Heere Jezus Christus als Verlosser verwachten’ (Filippenzen 3:20). Nu is ons thuisland niet meer Nederland, maar het Vaderhuis met haar vele woningen - het Nieuwe Jeruzalem (Johannes 14:1-3 en Openbaring 21:2).
De overheid ingesteld door God
Zijn wij nog wel verplicht de regerende overheden te
gehoorzamen? Duidelijk is dat hun gezag direct of indirect door God is
ingesteld. Dat behoren wij daarom in principe te gehoorzamen. De Heere Jezus en
de apostelen zeggen hierover:
- ‘Geeft dan de keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is’ (Mattheüs 22:21).
- ‘Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld’ (Romeinen 13:1).
- ‘Onderwerpt u aan alle menselijke instellingen, om des Heren wil: hetzij aan de keizer, als opperheer, hetzij aan stadhouders, als door hem gezonden tot bestraffing van boosdoeners, maar tot lof van wie goed doen’ (1 Petrus 2:13-14).
Sommige gelovigen lasteren de koning en de regering van ons land. Mede door het verspreiden van gevaarlijke theorieën en desinformatie. Doe hier niet aan mee (vgl. Jesaja 8:12 en Filippenzen 4:8-9). In Titus 3 lezen wij: ‘Herinnert hen eraan, dat zij zich aan overheid en gezag onderwerpen, gehoorzaam, tot alle goed werk bereid zijn, geen lastertaal uiten, niet twisten, vriendelijk zijn en alle zachtmoedigheid bewijzen aan alle mensen’ (vers 1-2).
Hoe staan wij als gelovigen bekend?
Ook al overtreedt de overheid Bijbelse principes, toch
behoren wij haar onderdanig te zijn om de volgende reden: om de orde te
bewaren. God heeft hen aangesteld (vgl. Daniël 2:21 en 4:17). En eens moeten
zij aan Hem rekenschap afleggen.
Wat is het toch belangrijk dat er voor alle mensen wordt
gebeden. Ook voor koningen en hooggeplaatsten (1 Timotheüs 2:1-6). Christenen
behoren bekend te staan om hun heilige levenswandel, in liefde en waarheid.
Neem als voorbeeld Daniël en zijn vrienden. Die waren in ballingschap (als
vreemdelingen) naar Babel gebracht. Zij stonden bij de koning niet bekend om
hun rebellie of verbittering. Iedereen kende hen vanwege hun getuigenis en
trouw aan de God van Israël. Ondanks alle beproevingen en moeiten bleven zij
God gehoorzaam. God gaf hen steeds weer wijsheid en kracht om te volharden
(Daniël 1, 2 en 3). Bijzonder is dat de heidense koning, die ver van God
afstond, uiteindelijk tot omkeer kwam (Daniël 4:34-37). Hij verheerlijkte de
Koning des hemels. Wat een getuigenis! Nog een goed voorbeeld is de eerste
gemeente in Handelingen. Heel het volk had veel waardering voor hen. Dit
positieve getuigenis wierp haar vruchten af: ‘en zij loofden God en stonden in
de gunst bij het gehele volk. En de Heere voegde dagelijks toe aan de kring,
die behouden werden’ (Handelingen 2:47).
Overigens, gelovigen mogen ook op de overheid een beroep doen. De apostel Paulus deed daar zijn voordeel mee (zie Handelingen 18-12-16 en 22:23-29).
Rebelleer niet tegen de overheid
Wie menen goed te doen door tegen de overheid te
rebelleren, vergissen zich zeer. De Bijbel waarschuwt ons ernstig: ‘Wie zich
dus tegen de overheid verzet, wederstaat de instelling Gods, en wie dit doen,
zullen een oordeel over zich brengen’ (Romeinen 13:2). Hij noemt haar een
instelling Gods.
Bij Christus en de apostelen was geen aanzet tot kwaad te
bekennen. Een wijze les is wat Jezus tot Pilatus sprak, vlak voordat Hij
gekruisigd werd: ‘Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; indien Mijn
Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben,
opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd; nu echter is Mijn
Koninkrijk niet van hier’ (Johannes. 18:36).
God boven alles gehoorzamen
Toch kunnen zich soms situaties voordoen waarin de
gelovigen de overheid niet hoeven te gehoorzamen. Zo lezen we in Handelingen 5:
‘Men moet Gode meer gehoorzamen dan de mensen’ (vers 29). Als wij vervolgens
door gehoorzaamheid aan God vervolgd worden, mogen wij niet verbitterd worden,
of ons laten verleiden om tot geweld over te gaan: ‘Want dit is genade, indien
iemand, omdat hij met God rekening houdt, leed verdraagt, dat hij ten onrechte
lijdt’ (1 Petrus 2:19, vgl. 3:17 en 4:14).
De Bijbel geeft ons ten minste twee voorbeelden wanneer
wij de overheid niet moeten gehoorzamen. Stel er komt een verbod om van de
Heere Jezus Christus te getuigen of wij worden gedwongen te buigen voor een
andere god (vgl. Openbaring 13 en Daniël 3:13-18). Daar ligt de grens. Hier
valt niet over te discussiëren!
Christus’ theocratie komt
Wij mogen strijden voor het Evangelie. Door van Hem te
getuigen en vast te houden aan de Bijbelse waarden en normen. Gebed voor onze
mede-gelovigen is daarbij zeer belangrijk. Want allen die willen leven zoals
God het wil, zullen vervolgd worden (2 Timotheüs 3:12).
Uiteindelijk zal Hij Zelf de strijd voeren tegen al het
kwaad. Dan wordt de aarde vol van Zijn heerlijkheid. Daar komt geen mensenhand
aan te pas: ‘Terwijl gij bleeft toezien, raakte, zonder toedoen van
mensenhanden, een steen los, die het beeld trof aan de voeten van ijzer en leem
en deze verbrijzelde; toen werden tegelijkertijd het ijzer, het leem, het
koper, het zilver en het goud verbrijzeld, en zij werden gelijk kaf op een
dorsvloer in de zomer en de wind voerde ze mee, zodat er geen spoor meer van te
vinden was; maar de steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg,
die de gehele aarde vulde’ (Daniël 2:34-35, vgl. Jesaja 9:6).
Maranatha! Hij zal spoedig komen.
Het Zoeklicht nr. 1-2024